Leiders Irak oorlog
Irak: Saddam Hoessein
Saddam Hoessein was de vijfde niet democratisch gekozen president van Irak(1979 tot 2003). Hij vertegenwoordigde de Ba’ath-partij, die bestond uit een mix van Arabische Nationalistische en Arabisch socialistische doeleinden. Op het moment dat Hoessein aan de macht was, speelde er veel in Irak. Er waren veel groepen in de staat die beschouwd werden als een bedreiging voor de staat. Hoessein gebruikte speciale veiligheidstroepen om deze conflicten tussen de regering en de gewapende krachten in de hand te houden. Hoessein had eerder al de olie en andere industrieën genationaliseerd, en de staatsbanken onder zijn controle gesteld. Tijdens de Irak-Iran oorlog bleef Hoessein aan de macht, en in 1990 viel hij Koeweit binnen waar hij alles plunderde. Later kamen er internationale organisaties die in de eerste Golfoorlog Koeweit bevrijdden van de dictatuur van Hoessein. Hoessein werd veroordeeld voor de wreedheid van zijn dictatuur en zijn agressieve houding tegen Israël.
Amerika: George W. Bush
George Walker Bush was de 43e president van de Verenigde Staten (2001 tot 2009). Bush zijn familie heeft diepe sporen in de politiek. Zijn vader was zelfs de president van 1989 tot 1993. Na de aanslagen van 11 september 2001, veranderde Bush in een ‘Wartime President’ (Wartime: Oorlogstijd). George Bush reageerde heftig. Hij richtte een nieuw kabinet op dat volledig gefocust was op het afstraffen van de terreur groep Al-Qaeda die de verantwoordelijkheid van de aanslag opgeëist had. Omdat Bush Hoessein ervan verdacht een gevaar te vormen voor de Verenigde Staten startte hij een invasie in Irak. In zijn speech (State of the Union) aan het volk van de Verenigde Staten pleitte hij dat hij de Iraakse bevolking zou helpen aan een democratische, stabiele overheid die de vrijheid voor het volk zou garanderen.
Britten: Tony Blair
Tony Blair was de premier van het Verenigd Koninkrijk van 1997 tot 2007. Na 11 september 2001 was Blair zijn agenda gevuld met buitenlandse zaken. Het Verenigd Koninkrijk vormde een alliantie om de Iraakse leider Hoessein ten val te brengen. Bush zei dat Irak beschikte over massavernietigingswapens en daarom moest deze kwestie snel in gang gezet worden. Blair stuurde troepen en vliegtuigen met de Amerikanen mee ter steun in Irak. Echter waren er geen massavernietigingswapens gevonden in Irak en Blair werd beschuldigt voor het aangaan van een oorlog zonder onderbouwde of bewezen reden. Zijn populariteit drong hiermee zwaar terug.